-
1 sneer
n. grijns(lach); spottende opmerking--------v. grijnzen naar; spottensneer1[ sniə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sneer2〈 werkwoord〉 -
2 leer
adj. zwak--------n. wellustige blik; wrede grijns, vuile blik--------v. glurenleer1[ liə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————leer2〈 werkwoord〉1 loeren ⇒ schuinse blikken werpen, grijnzen♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский